Als FC Groningen verdediger Eric Botteghin op tv naar een grote wedstrijd kijkt, verheugt hij zich altijd op het laatste fluitsignaal. Hij gaat dan helemaal mee in de emotionele ontlading van de winnaars. De Braziliaan hoopt vurig het zondag in De Kuip aan den lijve te mogen ondervinden in de bekerfinale tegen PEC Zwolle. ‘Ik heb er altijd van gedroomd zoiets mee te maken.’
Eric Fernando Botteghin (Sao Paulo, augustus 1987) doorliep de jeugdopleidingen van Gremio en Internacional Porto Alegre voor hij in januari 2007 naar Nederland kwam, waar hij zijn opwachting maakte bij -toen nog- eerste divisionist PEC Zwolle. In 2011 verkaste hij naar NAC, dat hij twee jaar later verruilde voor FC Groningen. Met zijn huidige club speelt Botthegin in de finale van de Amstel Cup uitgerekend tegen zijn eerste Nederlandse broodheer, maar veel doet hem dat niet. ‘Ik heb er een goede tijd gehad, maar ik heb geen contact meer met mensen van Zwolle. Van de huidige groep heb ik drie spelers meegemaakt. Met Bram van Polen heb ik echt gespeeld, en Mustafa Saymak en Jesper Drost kwamen net over van de jeugd. Nee, er gaan geen sms-jes over en weer.’
Eric Botteghin, die bij FC Groningen prima presteert, leeft intens naar de eindstrijd toe. ‘Ik denk er elk moment aan en word er ook vaak mee geconfronteerd. Ik heb meer interviews dan anders en als ik in de stad loop, spreekt iedereen me er op aan. De stad ademt de bekerfinale. Ik vind dat geweldig, ik wil het graag voelen en ervan genieten, maar niet te veel. Ik wil me focussen, aan de tegenstander denken. Ik denk na over hoe we de wedstrijd moeten opbouwen, hoe Zwolle speelt, hoe hun aanvallers spelen. Ja, ik krijg met Necid te maken. Ik ken hem niet heel goed, ik heb maar een keer tegen hem gespeeld, maar hij is een goede speler.’
‘Het is voor mij de eerste keer dat ik in een echte finale sta. Dit is echt heel speciaal. Ik vind dat je dankbaar mag zijn dat je mag voetballen, dat is een voorrecht, daarom ben ik altijd gemotiveerd. Maar nu is de motivatie wel heel sterk. Ik beleef dit heel anders dan de competitie. Je speelt in de competitie een wedstrijd, hebt de volgende dag een ontspannen uitlooptraining, dan een dag vrij en daarna bereid je je een aantal dagen voor op de volgende competitiewedstrijd. Dat is een vast ritme. Die finale is wel even wat anders.’
In Groningen en omstreken wordt volop gespeculeerd over een positieve afloop van het bekeravontuur. De redenering is ongeveer als volgt: PEC Zwolle is wellicht als team wat sterker, maar Groningen heeft individueel betere spelers. Bovendien is Zwolle de laatste tijd minder op dreef, terwijl de Groningers juist de stijgende lijn te pakken hebben. Het zijn bespiegelingen die Botteghin kent, maar waar hij niet veel mee kan. ‘Het klopt dat we in een flow zitten en dat geeft vertrouwen, dat helpt het team. Maar Zwolle heeft het ook tot de finale geschopt en ze hebben goede wedstrijden gespeeld. Het zegt me allemaal niet zo veel. Vorig jaar won Zwolle de finale met 5-1 van Ajax; daar had niemand rekening mee gehouden. Je weet niet wat je kunt verwachten. Ja, ik denk dat beide ploegen de eerste tien minuten nerveus zijn en dat ze daarna de spanning afwerpen.’
Met dat laatste had Botteghin tijdens de met 3-0 gewonnen halve finale tegen Excelsior veel moeite. Door een schorsing was hij gedwongen vanaf de kant toe te kijken. Hij verhoogde weliswaar zijn toch al grote populariteit bij de Groningen fans door plaats te nemen bij de harde kern, maar echt plezier aan de wedstrijd begon hij pas te beleven toen Groningen in de tweede helft de bevrijdende 2-0 scoorde. ‘Je kunt aan de kant niks doen. Als je meedoet heb je controle, maar bij de halve finale had ik veel last van spanningen omdat ik geen invloed kon uitoefenen op het spel. Dat is zondag gelukkig anders.’
Wat Eric Botteghin doet als FC Groningen de finale wint? Hij lacht: ‘Luister, Brazilianen kunne