Vlak voor de kerstdagen werd bekend dat de wegen van Michael de Leeuw en Chicago Fire gingen scheiden. FC Emmen was er als de kippen bij om de 32-jarige routinier in te lijven en nog voor de jaarwisseling werd bekend dat de club voor de duur van anderhalf jaar met hem in zee ging. En zo maakte De Leeuw na de winterstop meteen zijn debuut in de thuiswedstrijd tegen PSV. En hoe! De landskampioen droop na een 2-2- gelijkspel met de staart tussen de benen af.

“Het was een heel mooie start”, steekt Michael de Leeuw van wal. “Het is goed voor het gevoel van de groep als je tegen een topclub een punt pakt. Moet je nagaan, PSV heeft voor de winterstop van de 17 wedstrijden 16 gewonnen en alleen bij Feyenoord verloren. Ik beschouw dit punt echt als een bonuspunt. Misschien hebben we meer gekregen dan waar we recht op hadden, maar dat wordt in het voetbal altijd weer recht getrokken. Na 34 wedstrijden staat iedereen op de plaats waar hij hoort.”

De fraaie prestatie van FC Emmen leidt bij De Leeuw bepaald niet tot zelfgenoegzaamheid. Weliswaar is hij tot nu toe tevreden, maar, zegt hij zelfkritisch: “Er blijft altijd ruimte voor verbetering. Zo had ik tegen PSV twee kansjes, waaronder een kopkansje vlak voor rust. De bal kwam mooi voor, maar ik was net te laat om hem in te knikken. Daar baal ik dan wel van.“

Bij FC Emmen spelen behoorlijk wat jongens die De Leeuw nog kent van zijn voormalige clubs Veendam en FC Groningen. Mede daardoor zit hij op zijn plek bij de Drentse eredivisionist. “Door wat ze hadden verteld had ik meteen een goed gevoel bij de club. Alles wat ze hebben gezegd bleek te kloppen. Het is een heel fijne groep en de manier van werken spreekt me erg aan. Ik kende trainer Dick Lukkien natuurlijk al en wist wat dat betreft ook wel wat ik kon verwachten. De technische staf is heel duidelijk, recht door zee en to the point. Iedereen weet wat er van hem verwacht wordt, ook wat betreft de uit te voeren tactiek. Ze hebben gewoon een duidelijke visie. Prima zo.”

Een vergelijking maken tussen zijn laatste Nederlandse club FC Groningen en FC Emmen ligt voor de hand, maar De Leeuw vindt dat niet zo eenvoudig: “Je kunt ze moeilijk vergelijken vind ik, de verwachtingen bij beide clubs zijn heel anders. Ik vind het lastig, zo’n vergelijking. Een duidelijk en heel groot verschil is natuurlijk dat we bij Emmen op kunstgras spelen. Echt gras blijft het mooiste, maar wij moeten ons voordeel eruit halen dat we kunstgras hebben. Het gaat net wat anders dan op echt gras. Als het een beetje nat is gaat de bal sneller, de ballen stuiten net wat anders, het positiespel is anders; daar moeten we echt iets mee doen.”

De Leeuw heeft zich snel aan zijn nieuwe omgeving aangepast. “Ik ben redelijk gewend aan alles. De manier van werken, het kunstgras, de jongens. Ik kende al wel een grote groep, maar aan de anderen moet je toch wennen en zij aan mij. De kunst is dat we allemaal zo goed aan elkaar gewend raken dat iedereen in zijn kracht gaat spelen. Dan ben je een goed team. Of er met mij over een specifieke rol is gesproken? Nou, niet direct. Ik ben in de loop van de jaren wat wijzer geworden en dan herken je dingen misschien wat sneller. Ik kan wel aansturen, daarin heb ik mezelf wel ontwikkeld, ook in Amerika, maar je moet het niet overdrijven. Het belangrijkste is dat je jezelf blijft. Ik geef gas en doe wat ik kan.”

Michael de Leeuw realiseert zich terdege dat zijn nieuwe ploeg en hijzelf flink aan de bak moeten: “We spelen nog 16 finales, ik denk dat iedereen daar goed van doordrongen moet zijn en ook is. De onderste zes, zeven ploegen zijn volledig aan elkaar gewaagd en iedereen pakt punten. We moeten keihard knokken, we staan maar drie punten boven de nummer 18, en maar twee boven de nummer 16. Kortom, er is werk aan de winkel.”