Het voetbalverhaal van Mats Wieffer laat zich een beetje lezen als een jongensboek. Hij begon als klein knaapje bij de plaatselijke club NEO Borne, ging op zijn tiende naar FC Twente, verkaste in 2020 als 20-jarige naar Excelsior en kwam afgelopen zomer bij Feyenoord terecht. Onder meer door een fikse enkelblessure verliep de eerste seizoenshelft niet zoals gewenst, maar na de jaarwisseling greep hij zijn kans. De middenvelder maakte zijn basisdebuut in de bekerwedstrijd tegen PEC Zwolle, stond zijn plek niet meer af en kreeg alom lof toegezwaaid.

De overstap van Jong FC Twente naar Excelsior is van wezenlijk belang geweest voor de ontwikkeling van Mats Wieffer. Hij realiseert zich dat terdege. “Toen ik bij Twente vertrok, moesten er een nieuwe technisch directeur en een nieuwe hoofdtrainer komen. Misschien zou ik in het eerste veel gespeeld hebben, misschien niet; je weet het niet. Maar bij Excelsior heb ik eigenlijk alles mee gedaan en dat is voor mij hartstikke goed geweest. Als je veel speelt, leer je ook veel, zo simpel is het. Excelsior is een ideale club om als jonge jongen te spelen. Het is een kleinere club, iedereen kent elkaar, de mensen zijn aardig, er is minder druk en Dijkhuizen is een prima trainer aan wie ik veel heb gehad. Ik heb een heel mooie tijd gehad bij Excelsior.”

 

Zijn optredens bij Excelsior waren Feyenoord niet ontgaan en afgelopen zomer tekende Wieffer er een vierjarig contract. In juli scheurde hij zijn enkelbanden, waardoor hij twee maanden aan de kant stond en zijn optredens in Feyenoord 1 zich aanvankelijk beperkten tot zeven invalbeurten. Wieffer, met veel gevoel voor understatement: “Ik miste de voorbereiding, dat is natuurlijk niet handig. En na zo’n blessure duurt het ook nog wel even voordat je goed terug bent.”

 

Inmiddels ziet de wereld er anders uit. Quinten Timber viel weg met een blessure en Mats Wieffer stond als vervanger op 12 januari aan de aftrap voor het bekerduel met PEC Zwolle, waarin hij zich onderscheidde met een assist en een goal. “Ik moest er gelijk staan. Die goal en assist waren voor mij niet zo erg belangrijk. Het is mooi hoor, maar het gaat er vooral om dat je goed bent en goed blijft. Als je in het begin twee wedstrijden slecht speelt, wordt het allemaal een stuk moeilijker. Het belangrijkste was voor mezelf dat ik lekker speelde. Het was eigenlijk ook de ideale wedstrijd om mee te beginnen. Daarna gingen we naar FC Groningen en dat is dit seizoen niet in goeden doen. Wat opbouw betreft heb ik geluk gehad, want daarna kwamen de belangrijke wedstrijden en toen zat ik er al aardig in.”

 

Met die belangrijke wedstrijden doelt Wieffer onder meer op de confrontaties met Ajax, PSV en AZ, duels die hij inging met de ‘normale’ wedstrijdspanning. “Die eerste wedstrijd tegen PEC was ik wel zenuwachtig, maar het went allemaal snel. Als je weet wat je kunt verwachten valt het allemaal mee. Ik moet gewoon presteren en mijn eigen ding doen. Dat is vooruit spelen, rustig blijven en duels winnen. En mijn loopvermogen? Ja, dat hoort er ook wel bij, ik maak heel wat meters. Ik loop per wedstrijd twaalf-en-een-half tot dertien kilometer. Dat is het meeste van iedereen.”

 

Spelen bij de koploper, in een stadion dat voor velen een bijna magische status heeft, laat de kilometervreter vanzelfsprekend niet koud. “De Kuip geeft veel energie. Je krijgt het gevoel dat je niet kunt verliezen, het geeft echt een extra steuntje in de rug. We zijn dit seizoen vaak aan het einde van de wedstrijd teruggekomen en dat was bijna altijd thuis. Dat zegt wel iets. En natuurlijk is het bijzonder om bovenaan te staan. De club krijgt veel aandacht en dat is alleen maar goed. Dat doet mij persoonlijk niet zo veel hoor, ik hoef niet zo nodig in de schijnwerpers te staan. Maar dat we koploper zijn levert ook extra druk op, en dat vind ik wel lekker.”

 

Ook prettig: een trainer die duidelijk is. Volgens Wieffer is dat de kracht van Arne Slot: “Hij bereidt zich heel goed voor op de tegenstander, waardoor iedere speler precies weet wat-ie moet doen. Die duidelijkheid is heel prettig, want dan kun je je prima focussen, word je niet afgeleid door allerlei dingen. We worden voorbereid op meerder scenario’s en daardoor lopen we bijna nooit tegen verrassingen aan. En mocht er toch wat verrassends zijn, dan roept Slot gewoon even een paar spelers bij zich en passen we het aan.”

 

Feyenoord plaatste zich als groepswinnaar rechtstreeks voor de achtste finales van de Europa League, die op 9 en 16 maart zijn, en waarvoor vrijdag de loting is. Mats Wieffer speelde in de groepsfase als invaller exact 52 minuten in vier wedstrijden, maar hoopt vanzelfsprekend dat hij nu vanaf het begin meedoet. “Dat zou hartstikke mooi zijn, dat zijn de mooie wedstrijden. Ik hoop op een tegenstander die we normaal gesproken kunnen verslaan. Ik hoef niet per se tegen Barcelona of Manchester United. Daar speel ik liever in een latere fase tegen.”

 

22 februari 2023