Nee, heimwee naar Nederland heeft Thijs Dallinga niet. Hij vindt Toulouse een mooie en prettige stad, bij de club heeft hij te maken met ‘fijne mensen’, en ouders en vrienden van hem en zijn vriendin komen regelmatig langs. Met andere woorden, hij heeft zich vlot aangepast in het land van stokbrood en camembert.
Het is nog niet eens acht maanden geleden dat Dallinga met Excelsior promoveerde naar de eredivisie en zich met 32 goals topscorer van de Keukenkampioen Divisie mocht noemen. Van de KKD naar de Franse Ligue 1, dat is een fikse stap. De 22-jarige spits was zich daar terdege van bewust en werd er ook rap mee geconfronteerd. “Dat bleek gelijk toen we op trainingskamp naar Spanje gingen. Fysiek is het op het niveau van Toulouse sowieso al zwaarder dan wat ik gewend was, maar het was ook nog eens hartstikke heet. Dat was wel even flink aanpoten, maar ik wist wel gelijk waar ik aan toe was. Dat is wel een behoorlijke stap geweest.”
Trainen en spelen op een hoger niveau is uitdagend, maar je wordt er alleen maar beter van. Thijs Dallinga ondervindt dat aan den lijve. “Ik merk wel dat ik stappen heb gemaakt, sowieso in het fysieke gedeelte. De handelingssnelheid is ook hoger dan ik gewend was en technisch is het beter. Dat aanpassen ging en gaat eigenlijk automatisch. Dat moet ook gewoon, anders val je door de mand.”
Van een spits wordt verwacht dat hij scoort en wat dat betreft mag Dallinga niet klagen. Halverwege het seizoen heeft hij er in de competitie vier in liggen en in de beker twee, al zijn dat er volgens hem drie. “De bond heeft van een goal een eigen doelpunt gemaakt, maar ik weet wel zeker dat ik die bal er in heb gewerkt.”
Ook het maken van doelpunten vereist van de in Groningen geboren spits meer dan het vorige seizoen. “Je krijgt gewoon veel minder kansen, ten eerste omdat we bij Excelsior met minder gelijkwaardige tegenstanders te maken hadden en ten tweede omdat het niveau hier hoger is. Ook daar moest ik me aan aanpassen. Nu weet ik dat ik scherp moet zijn op die ene kans; dat vereist een bepaalde mindset, je moet echt heel geconcentreerd zijn.”
Dallinga stond aan het begin van de competitie steeds aan de aftrap, de laatste tijd begint hij afwisselend op de bank en in de basis. “Je wilt natuurlijk altijd zo veel mogelijk spelen, maar ik had er eigenlijk wel een beetje rekening mee gehouden dat ik in het begin wat minder vaak in de basis zou starten. Dat het wel gebeurde was mooi. Nu wil ik er uiteraard zo snel mogelijk weer in, maar ik klaag niet hoor, dit hoort er gewoon bij. Ik voel me goed en de club heeft vertrouwen in me. Dat voel je en dat geeft rust.”
Meer dan dat, Thijs Dallinga heeft het naar zijn zin in Toulouse. Dat heeft hij mede te danken aan zijn ploeggenoten Branco van den Boomen, Stijn Spierings en de Belg Brecht De Jaegere, die hem wegwijs maakten bij de club en in de stad. “Er heerst een heel goede sfeer bij de club en ik heb er te maken met fijne mensen. De stad is ook prima. Levendig, met veel buitenleven, mooie historische gebouwen en we wonen prima, vlakbij het centrum en vlakbij de club. Ik ben helemaal gewend, dat is heel snel gegaan.”
“Het mooiste wat ik tot nu toe heb meegemaakt? Dan denk ik aan twee dingen. Mijn eerste goal en de eerste wedstrijd tegen Paris Saint Germain. Voetballen tegen Messi, Neymar en Mbappé, het is een droom als je tegen dat soort jongens mag voetballen. Helemaal als je bedenkt dat je het jaar daarvoor nog in de KKD speelde.”
Thijs Dallinga staat met FC Toulouse voor een mooie uitdaging. De Ligue 1 bestaat uit 20 teams, waarvan er dit seizoen vier degraderen. Voor Toulouse, dat twaalfde staat met acht punten voorsprong op de nummer 17 Brest, is de hoogste prioriteit om niet bij dat kwartet te horen. Dallinga gaat er vanuit dat dit gaat lukken (“maar het blijft tot het einde spannend”) en hoopt dat hij er zo veel mogelijk ballen inschopt om zijn bijdrage te leveren. “Dan is mijn seizoen geslaagd.”
Daarna doemt er een fraai perspectief op: deelname met Jong Oranje aan het EK onder 21, dat van 21 juni tot 8 juli wordt gehouden in Roemenië en Georgië. “Ik hoop dat ik geselecteerd word, het lijkt me echt prachtig om daar bij te zijn. Dan kan ik met recht spreken van een mooi en bijzonder seizoen.”