Na vier jaar als assistent- dan wel hoofdtrainer bij achtereenvolgens Excelsior, Roda JC en Vitesse, dook Jon Dahl Tomasson in juni 2016 op als assistent-coach van Denemarken. Met de nationale ploeg maakt hij in juni zijn opwachting bij het WK in Rusland, in de prettige wetenschap dat zijn contract net is verlengd tot medio 2020.
Lang hoefdeTomasson (41) niet na te denken over het zetten van zijn handtekening. De reden is simpel: hij heeft het domweg naar zijn zin. Dat heeft veel te maken met de samenwerking met hoofdcoach Age Hareide. “Hij is een open en toegankelijke man. We bespreken alles samen en ik krijg veel vrijheid. Dat is fijn en leerzaam, het is heel prettig werken. Een van de redenen dat ik getekend heb is dat ik veel verantwoordelijkheid krijg. Zo functioneer ik het best.”
Ook bij het selectieproces van de spelers wordt Tomasson nadrukkelijk betrokken. Een ding staat daarbij in elk geval voorop: “We kiezen alleen jongens die graag voor het nationale team willen spelen. Het is een eer dat je voor je land mag uitkomen en dat moet je het ook laten blijken.”
Wie de selectie en staf van Denemarken wel eens van dichtbij heeft meegemaakt, weet dat door de bank genomen een professionele instelling gepaard gaat met een ontspannen sfeer. Dat laatste komt volgens Jon Dahl Tomasson voor een groot deel doordat er bewust veel tijd wordt gestoken in de contacten met de spelers. “We vinden een goede relatie heel belangrijk. Ik ben net acht dagen weg geweest, in vier verschillende landen, en ik heb elf spelers gesproken. Als je elkaar alleen rond een interland treft weet je niets van elkaar. Je hebt dan weinig tijd voor elkaar, want alles staat in het teken van de wedstrijd. Als ik bij een speler langs ga leer ik hem beter kennen. Wat is hij voor persoon, wat is zijn situatie? Dan gaat het niet alleen over voetbal. Zo krijg je een relatie met elkaar, en dat kost tijd.”
Tomasson benutte zijn achtdaagse toernee ook voor het warmhouden van de relatie met de clubs waar de Deense internationals spelen: “Ik heb met trainers en technisch managers gepraat. Die contacten zijn belangrijk. Er is vaak spanning tussen clubs en nationale teams. De clubs hebben hoge kosten voor hun spelers, en hebben er niet altijd belang bij dat ze bij het nationaal team spelen met het oog op bijvoorbeeld blessures. Dan is het goed om elkaar in de ogen te kijken.”
Na het missen van de laatste twee eindtoernooien was Denemarken hard toe aan een optreden op het hoogste mondiale podium. De kwalificatie voor het komende WK verliep aanvankelijk moeizaam, maar via een dubbele play off confrontatie met Ierland bemachtigden de Scandinaviërs uiteindelijk toch de tickets voor Rusland. Jon Dahl Tomasson deed en doet er zijn voordeel mee dat hij zelf op hoog internationaal heeft gespeeld. Met Feyenoord won hij de UEFA Cup, met AC Milan de Champions League en hij speelde het respectabele aantal van 112 interlands, waarin hij 52 keer doel trof. Wat hij ervan leerde, deelt Tomasson met de spelers. “Dan gaat het over hoe grote wedstrijden beslist worden en wat je nodig hebt voor een eindtoernooi. Je kunt je geen fouten permitteren, want die worden onmiddellijk afgestraft. Dat zijn ervaringen die ik uit mijn eigen loopbaan heb meegenomen en die ik probeer over te brengen.”
Anderhalf jaar is Jon Dahl Tomasson nu verbonden aan het Deense team. De tussenbalans opmakend zegt hij: ‘Ik had eerlijk gezegd geen idee wat ik kon verwachten toen ik er aan begon. Het is een nieuwe ervaring, en een andere manier van werken dan bij een club. Ik leer er veel van en dat is erg goed. Je moet jezelf blijven vernieuwen, want stilstand is achteruitgang. Of ik het er druk mee heb? Er moet een hoop gebeuren, maar ik ervaar het niet als druk hebben. Welnee joh, ik vind dit werk veel te leuk.’